DSC00286 kopie

Dodaars

  • Jan 11, 2024 09:37
  • Stukje Natuur in de Koegang

Mijn carrière als vogelaar begon ruim 50 jaar geleden in de Noordoostpolder, op een boerderij even buiten Tollebeek. Mijn eerste vogels waren niet bijzonder, zoals de huismus, merel, koolmees en houtduif. Interessanter waren de grauwe vliegenvanger, de gekraagde roodstaart en de velduil. De eerste twee broedden rond onze boerderij, de laatste vloog overdag regelmatig over de akkers.

Naast de wilde eend behoorde de dodaars tot mijn eerste watervogels. Op weg naar school kwam ik laatstgenoemde bijna elke dag tegen. Hij zwom in het kanaal waar ik toentertijd langs fietste. In eerste instantie zou je kunnen denken wat een vreemde naam heeft deze kleinste futensoort. Logischer zou zijn “kleine fuut”, een naam die je in sommige literatuur nog wel eens tegen kunt komen.

De naam dodaars komt van de samenvoeging van “dod” en “aars”. Dod heeft betrekking op dot wat ook wel pluk betekent. Aars slaat op zijn achterste. Met andere woorden hij heeft een vuilwitte pluk veren op zijn achterste. Daaraan is deze schuwe vogel gemakkelijk aan te herkennen, die qua grootte net iets kleiner is dan het waterhoentje. In de zomer is hij overwegend donkerbruin met een roodbruine wang en hals. Op zijn menu staan kleine visjes, insecten en larven.

Er bestaan een groot aantal volksnamen voor de dodaars. Zo bestaan in Friesland de volgende namen: Earsfutteltsje, Earsfuttel(er), Foitje, Lytse Hjerringslynder en Lytse Ieldûker. In Zeeuws-Vlaanderen kunnen ze er wat van: Vasje, Vazzetje (beide betekenen graszode), Dukelendje, Dukeloentje en Dukelairtje. In andere streken komen ook specifieke streeknamen voor. Deze namen zijn meestal terug te voeren op zijn bijzondere uiterlijk, zijn kleine formaat en omdat hij naar zijn voedsel duikt.

Een paar bijzondere namen komen uit Noord- en Zuid-Holland, Zuid-Beveland en Brabant. Daar is de dodaars bekent onder respectievelijk Hagelzakje, Kleine Aegelzak en Pookske. Deze naamgeving voert terug naar de 18e eeuw. Jagers gebruikten toen de gelooide huid van deze vogel als een zakje voor de hagel van de jachtpatronen.

Terug naar overzicht