DSC00286 kopie

Waterral

  • Jan 2, 2024 13:56
  • Natuur om de hoek in de Meppeler Courant

Met een groep vrienden maak ik met enige regelmaat een lange wandeling. We verzamelen bij een van ons met koffie en koek. Dan gaan de wandelschoenen aan en gaan we op pad. Na de stevige wandeling versterken we ons innerlijk met soep en broodjes, waarna tot slot een ieder weer huiswaarts keert.

In het najaar van 2023 was het mijn beurt om de wandeling uit te zetten. Mijn oog viel op het Wandelommetje Berghuizen, een bewegwijzerde route die veel over onverharde paden door landelijk gebied gaat. De lengte is ruim 8 km en loopt onder andere langs de Wold-A, door bospercelen en rond het prachtige Sultansmeer. Aangezien het in de periode voor onze wandeling vrij veel geregend had, viel een deel van de route bij het Sultansmeer letterlijk in het water.

Echter voordat we bij het Sultansmeer aankwamen, liepen we door een bosperceel, waarin een stukje moeras lag. Juist op het moment dat we daar langsliepen, hoorden we een luid geschreeuw, wat het beste te omschrijven is als het gegil van een speenvarken. Nu wist ik zeker dat daar geen varkens rondliepen, dus moest het van een ander dier afkomstig zijn. Met mijn ruime vogelkennis kwam ik al snel uit op de waterral. Bij sommige beschrijvingen van deze vogel staat dat hij het gegil van een speenvarken kan maken. Mede door dit geluid is zijn bijnaam niet verwonderlijk “moerasvarken”.

Voor menig vogelaar is het lastig om die waterral daadwerkelijk te zien en moet hij of zij het doen met de geluiden die hij maakt. Hij is een wat geheimzinnige, schaarse broedvogel in Nederland, die zich liever verstopt dan dat hij wegvliegt. Zoals zijn bijnaam doet vermoeden is hij vooral te vinden in moerasachtige gebieden. Liefst met riet of andere beplanting langs de oevers, waar hij zich kan verstoppen. In mijn 50-jarige carrière als vogelaar heb ik hem slechts tweemaal gezien.

Mocht de waterral toch tevoorschijn komen, dan is hij aan de volgende kenmerken eenvoudig te herkennen:

  • Slank formaat, tussen merel en Turkse tortel
  • De kop, borst en onderzijde zijn donkergrijs van kleur
  • De bovenzijde is bruin met een zwarte tekening
  • Op het achterste deel van de flanken bevinden zich zwart-witte banden
  • De onderkant van de staart is wit
  • De snavel is lang en rood gekleurd
  • Dunne, lange tenen om gemakkelijk over plantenresten te lopen

Tijdens periode met vorst, als veel delen van zijn leefgebied bevroren zijn, is de kans het grootst om hem te zien. Gedreven door honger gaat hij op zoek naar zijn voedsel en laat zich bij plekken met open water wel bekijken. Zijn menu kan uit van alles bestaan, het varieert het jaar door van kikkers, slakken, insecten, larven, visjes en garnalen tot scheuten, wortels, kuikentjes en aas.

Terug naar overzicht