DSC00286 kopie

Tureluur

  • Jul 15, 2023 11:01
  • Natuur om de hoek in de Meppeler Courant

Binnen de taalkunde bestaat een deelgebied met als naam etymologie. Hierin bestudeert men de herkomst van woorden en de manier waarop de vorm van een woord tot stand is gekomen. Het woord tureluurs is volgens sommige etymologen afkomstig uit een Oudfranse roman uit de dertiende eeuw.

In dat boek verwijst het naar een land met als naam Turelure. Een meer aannemelijke oorsprong van het woord is dat het afkomstig is uit het Oudfrans. Het zou een klanknabootsing zijn van het woord tur(e)lure, hetgeen “eentonige deun” of “refrein” betekent.

De huidige betekenis van tureluurs is dat iemand helemaal dol, wild of doorgedraaid is. Zelfs termen als buiten zichzelf, horendol, kierewiet, van lotje getikt en een beetje gek kom je tegen. Een van deze hiervoor genoemde termen sloeg afgelopen zomer een klein beetje op mijzelf. Dat kwam door de tureluur, een algemeen voorkomende steltloper. Mijn vrouw en ik waren namelijk in juni voor onze vakantie in Noorwegen. We hadden een prachtig huis gehuurd aan de rand van een zoetwatermeer in een natuurgebied. Toen we voor de eerste keer het terras opliepen, kwam een tureluur al roepend op ons af. Hij had namelijk vlak bij ons huis ergens jongen rondlopen en wilde die natuurlijk beschermen. Een vrij normaal gedrag voor deze vogel, in ons land zie je dit eveneens als je tijdens een wandeling of fietstocht dicht bij zijn nest of jongen komt.

Nu zou je denken dat als je hem eenmaal hebt weggejaagd, dat hij dan wel wegblijft. Niets is minder waar, hij was erg volhardend en kwam tot op twee meter op de balustrade ons luid kwetterend lastigvallen. Zelfs onze meegenomen hond kon de tureluur niet op andere gedachten brengen. Twee dagen heeft hij het volgehouden, daarna is hij met zijn partner en kroost waarschijnlijk een stuk verderop gaan bivakkeren. Zo zie je maar, zelfs een vogelaar kan (een beetje) tureluurs worden van een tureluur

De tureluur dankt zijn Nederlandse naam aan het geluid dat de vogel maakt “tjululuu”. Met een beetje fantasie is dit makkelijk te vertalen naar “tureluur”. Hij is vooral te herkennen aan de felrode lange poten, de rode basis van zijn zwarte snavel en de brede witte achterrand van de vleugels. Deze witte achterrand valt in vlucht pas goed op. Qua kleur heeft hij een donkere, grijsbruine bovenzijde met enkele lichte vlekjes en zijn witte onderzijde met donkere vlekken. Qua grootte moet je denken aan het formaat van een postduif. In ons land kun je de tureluur als broedvogel vooral op de Waddeneilanden en in Friesland, Groningen, Noord- en Zuid-Holland vinden. In de overige provincies vooral op de nattere gebieden, terwijl hij op de hogere zandgronden bijna volledig ontbreekt. Als trekvogel zie je hem vooral op de Waddeneilanden en in Zeeland.

Terug naar overzicht