DSC00286 kopie

Ree

  • Apr 22, 2023 08:27
  • Natuur om de hoek in de Meppeler Courant

Een wandeling door de natuur is voor veel personen een aangenaam tijdverdrijf. Ook nog eens gezond, de frisse lucht doet vaak wonderen. Eenmaal in het veld is er natuurlijk van alles te zien en waar te nemen.

Bomen en planten om te beginnen, die lopen immers niet weg. Qua dieren zijn het vooral de vogels en vlinders die zich wel laten zien. Daarnaast laten vogels zich in het voorjaar regelmatig horen.

Bij zoogdieren is het een ander verhaal, daarvoor moet je meestal geluk hebben om er überhaupt eentje te zien. Gelukkig zijn er wel een paar uitzonderingen. Zo laat de ree zich bijvoorbeeld regelmatig zien, meestal wel van een afstand. Want schuw is dit hertensoort helaas wel. De kans om er een te zien is in de winter het grootst. Daar zijn een aantal redenen voor. Zo zijn de meeste bladeren afgevallen, die hem de rest van het jaar beschutting geven. De actieve periode, meestal in de schemering en het begin van de avond, komt dan meer overeen met de activiteit van de mens. Daarnaast vormen ze in de winter grotere groepen, ook wel sprongen genaamd, om gezamenlijk het schaarsere voedsel op te zoeken.

De ree is een herkauwer die in een grote verscheidenheid aan landschappen voorkomt. Belangrijk is dat er voldoende beschutting en een grote variëteit aan voedselplanten aanwezig is. Het menu is zeer gevarieerd, vaak afhankelijk van het seizoen. Zo eet hij 's zomers bijvoorbeeld jonge blaadjes, in de herfst regelmatig eikels en 's winters knoppen en twijgen van bomen. Het complete menu bestaat uit bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen zoals rozenstruiken en coniferen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en land- en tuinbouwgewassen zoals granen, sla of andijvie. Hij is vrij selectief en eet enkel de meest voedzame delen van een plant.

Met een lichaamslengte van 95 tot 135 cm is de ree een relatief kleine hertensoort. De schofthoogte varieert van 65 tot 75 cm en het gewicht ligt tussen de 15 en 30 kilo. De reebok heeft een nogal kort gewei, waarbij de stangen voorzien zijn van kleine, op beetje op parels lijkende beenknobbels. Het zomerkleed kan variëren van zandgeel tot roodbruin. In de herfst verhaart deze vacht naar bruin of zwart. De oren zijn groot en aan de binnenzijde dichtbehaard. De staart is slechts enkele centimeters lang en meestal niet zichtbaar. Een opvallend kenmerk in de winter is de zogenaamde spiegel, het witte achterwerk. Bij een reebok is deze boon- of niervormig terwijl de reegeit nog een extra haarbosje draagt, de “schort".

De bronsttijd van de ree valt in juli en augustus. Voor de paring snuffelt de reebok aan de reegeit en rent hij in rondjes achter haar aan. Eind december, na een verlengde draagtijd, komt het embryo pas tot ontwikkeling. Omstreeks mei, begin juni, komen de reekalveren ter wereld. Een reegeit krijgt meestal een tweeling, maar ook eenlingen en drielingen komen voor.

Terug naar overzicht