DSC00286 kopie

Goudoogje

  • Jan 28, 2023 15:37
  • Natuur om de hoek in de Meppeler Courant

Op de zondagmorgen luister ik regelmatig naar Vroege Vogels op Radio1, soms terwijl ik nog in bed lig. Ik dien immers wel een beetje op de hoogte te blijven wat er in de natuur zoal speelt. Als bijkomend voordeel kan er iets voorbijkomen, dat ik kan gebruiken als een onderwerp voor mijn column.

Halverwege januari kwamen in dat programma overwinterende insecten ter sprake. Daartoe ging een verslaggever met Daan Drukker van EIS Kenniscentrum Insecten naar een vogelkijkhut, om in hoeken en spleten naar allerlei volwassen insecten te zoeken. Een daarvan was het goudoogje, een insect dat behoort tot de orde van de netvleugeligen. Die orde kenmerkt zich door de dakpansgewijze houding van de vleugels. Deze vleugels zijn altijd doorzichtig met een duidelijk zichtbare adering.

Het goudoogje, dat eveneens bekend staat onder de naam groene gaasvlieg, kun je in de winter niet alleen in een vogelkijkhut vinden. In de huiskamer kun je hem dan soms gewoon tegenkomen. Ga daar alsjeblieft niet gelijk met een vliegenmepper naar toe. Bedenk dat de larve van dit insect per dag zo’n 50 bladluizen kan verorberen!

Het lichaam van het goudoogje is dun en langwerpig en de kleur is groen tot geelgroen. Op zijn kop zitten twee lange antennes. En het zal geen verrassing zijn dat hij twee glanzend, goudkleurige ogen heeft. Zijn vier vleugels hebben dezelfde vorm en zijn relatief groot, rond en duidelijk fijn geaderd. Ze kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen en in rust zijn ze als een soort afdakje op de rug gevouwen. In vlucht glinsteren de vleugels vaak door een lichte, parelmoerachtige glans.

Opvallend zijn de eitjes van het goudoogje. Deze staan op lange, dunne steeltjes tussen de bladluizen. Dat is niet omdat de bladluizen de eitjes anders zouden opeten. De reden is dat mieren vaak een kolonie bladluizen bezoeken om daar honingdauw te verzamelen. De mieren beschermen daarom de bladluizen en ruimen alle potentiële roofvijanden op.

Uit een eitje komt een platte, dolkvormige larve met een bruine, onregelmatige kleur, drie paar kleine pootjes en lange tangvormige kaken. Hij lijkt daarmee een beetje op de larve van een lieveheersbeestje. Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit bladluizen, hoewel spint en witte vlieg ook op zijn menu staan. Hij is een “echte vreetmachine” en kan op een goede dag zo’n 50 bladluizen verorberen. Omdat zijn prooien in kassen ongewenst zijn, gebruiken ze hem in de biologische bestrijding. Overigens eet hij zijn prooien niet op, hij zuigt ze leeg. Een ander opvallend aspect is dat hij geen anale opening heeft. Pas bij een vervelling ontdoet hij zich van zijn ontlasting.

Er is waarschijnlijk geen plek in ons land waar het goudoogje niet voorkomt. Als je op waarneming.nl op zijn naam zoekt en je haalt zijn verspreidingskaart erbij, dan zul je zien dat nagenoeg heel Nederland rood kleurt. Daar zijn ooit waarnemingen gedaan van dit insect. Mocht je er een zien, dan kun je hem op die website zelf invoeren.

Terug naar overzicht