Vleermuizen
- Oct 8, 2022 09:14
- Natuur om de hoek in de Meppeler Courant
Nog steeds bestaan er bij sommige mensen vooroordelen ten aanzien van sommige dieren. Bijvoorbeeld dat wolven gevaarlijk zijn voor mensen. Dat is niet waar, een wolf is in het algemeen banger voor de mens dan andersom. Uitgezonderd een wolf met hondsdolheid, maar dat komt in West-Europa niet voor.
Een ander voorbeeld is dat lemmingen massaal van rotsen zouden afspringen. Totale flauwekul, dat was vele jaren geleden in een film volledig in scene gezet. Of het voorbeeld dat vleermuizen mensen zouden bijten. Ook niet waar, tenzij je ergens in Zuid-Amerika woont, waar vampiervleermuizen leven en bij uitzondering slapende mensen als slachtoffer gebruiken om enkele druppels bloed op te likken.
Maar zijn vleermuizen in staat om een mens te bijten? In theorie wel, bijvoorbeeld wanneer je er een oppakt, nadat deze toevallig naar binnen is gevlogen of als je er een op het grasveld vindt. Een beet zal echter als een paar speldenprikken aanvoelen. Maar gebruik bij oppakken bij voorkeur wel een handdoek of handschoen. De grote vleermuizen kunnen namelijk dragers van hondsdolheid zijn. In Nederland is dat niet het geval, denk hierbij vooral aan een vakantie in het buitenland.
Er is voor een vleermuis geen reden om een mens op te zoeken. Alle in Nederland levende vleermuizen voeden zich uitsluitend met insecten. En daar moeten ze heel veel van vangen, want per nacht heeft een vleermuis ongeveer een derde tot de helft van zijn eigen gewicht aan insecten nodig. Voor bijvoorbeeld de gewone dwergvleermuis betekent dat hij op jaarbasis bijna één miljoen muggen moet vangen. Dat doen ze tijdens de vlucht en om dat te kunnen zijn het ware luchtacrobaten die nooit tegen je aan zullen vliegen. Al die verorberde muggen kunnen jouw slaap dan niet meer verstoren. Een win-winsituatie.
In Nederland zijn er een stuk of twintig vleermuizen, waarvan de helft ook in Drenthe rondvliegt. Zowel de gewone dwergvleermuis als de laatvlieger zijn twee vleermuizen die zich overdag schuil houden in spleetvormige restruimten van bewoonde gebouwen. Dat kan achter een windveer zijn of in een spouwmuur, zolang het maar een donkere plek is. Daar zitten ze soms met tientallen bij elkaar. Zulke plekken zijn in het voorjaar tevens in gebruik als kraamkamer. Deze twee soorten zijn in stedelijke gebieden regelmatig in de nachtelijke uren te zien.
Drie andere algemene vleermuizen, de watervleermuis, de ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis, hebben daarentegen meestal hun verblijf in de holte van een boom. Evenals een aantal zeldzamere vleermuizen, zoals de baardvleermuis en de franjestaart. Dergelijke soorten kiezen voor hun verblijf ook wel grotten. Bunkers uit de Tweede Wereldoorlog of andere soortgelijk ruimten volstaan evengoed. Dat zijn tevens locaties waar veel vleermuizen hun winterslaap houden.