Gladde slang

Zo vlogen er in 2021 enkele grote gieren rond, zoals de lammergier en de vale gier. Een andere grote roofvogel die je in onze omgeving zou kunnen zien is de slangenarend. Niet boven Koekange, maar wel regelmatig boven het Dwingelderveld, want daar komen de slangen voor die op zijn menu staan.

Iedereen kent wel de giftige adder, maar ook de gladde slang staat op het menu van de slangenarend. Veel zal hij er niet vangen, deze kleine slang is zeldzaam op het Dwingelderveld. Daarnaast is dit reptiel op het Fochteloërveen, het Bargerveen, de Veluwe en enkele plekken in Brabant en Limburg te vinden. Hij is actief van april tot augustus of september.

De gladde slang heeft twee lange rijen met vlekken op zijn rug en een opvallende streep over zijn oog. Zijn pupil is rond, dit in tegenstelling tot de adder die een verticale pupil heeft. De reden dat hij de gladde slang heet is vanwege het feit dat de schubben geen opstaand randje (ook wel kiel genaamd) hebben en daardoor glad aanvoelt. De schubben van de adder en de ringslang hebben dat wel zo’n kiel. Zijn lengte bedraagt maximaal 80 centimeter en heeft geen giftig beet. Het vrouwtje is eierlevendbarend, wat wil zeggen dat zij haar bevruchte eieren in haar lichaam uitbroed.

Op zijn menu staan vooral hagedissen en muizen. Nu is de gladde slang een koudbloedig dier en zal zich moeten opwarmen voordat hij op jacht kan gaan. Echter omdat hij koudbloedig is, hoeft hij niet zoveel muizen te vangen als bijvoorbeeld een uil. Een uil is warmbloedig en zal elke dag muizen moeten vangen om zijn lichaamstemperatuur constant op 40 graden te houden, terwijl een gladde slang aan één muis in de twee weken voldoende heeft.